Wat De Laatste Eer uniek maakt, is onze verbinding met Rijnsburg. Onze geschiedenis ligt hier, ons team komt grotendeels uit het dorp en ook de mensen wiens uitvaart we mogen verzorgen, komen vaak uit Rijnsburg. Soms geboren en getogen, soms ‘import’. Soms met een leven op de voorgrond, soms op de achtergrond. In deze rubriek vertellen we hun verhaal.
Alle kinderen die op de Beatrixschool zaten, kenden haar. Zeker als je in plan De Hoek woonde, kwam je op weg naar huis onvermijdelijk langs haar winkeltje. Op de hoek van de De Ruyterstraat en de Kanaalstraat was daar de kleine kruidenierszaak van Van Egmond. Ook Janneke Huiberts kwam hier als kind regelmatig: “Dan ging ik met mijn buurmeisje mee het hondje uitlaten en kregen we daarna een lekker snoepje; ik woonde er recht tegenover.”
Janneke vertelt: “Mevrouw van Egmond was een geboren en getogen Katwijkse. Haar vader had een binnenvaartschip. Als ze haar man ontmoet beginnen ze eerst een soort van franchise kruidenierszaak in Katwijk aan de Rijn, tot ze de kans krijgen het winkeltje in de Kanaalstraat over te nemen. Helemaal eigen baas. Je kon daar 24/7 terecht. Mensen die ’s avonds geen suiker meer hadden om in hun koffie te doen, waren altijd welkom om nog even langs te gaan. Mevrouw kende alle prijzen uit haar hoofd, ze was tot het laatst heel kien.” Uiteindelijk verkopen ze de winkel als ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.
Rond die tijd raakt Janneke weer betrokken in het leven van mevrouw Van Egmond: “Ik werkte toen al bij de Rabobank. Mevrouw sprak me op straat aan of ik wilde helpen met wat financiële zaken, toen dat voor haar man lastig werd. Aanvankelijk was het contact heel oppervlakkig: als ik tien minuten had geholpen met iets invullen kon ze gerust zeggen: “Zo, nu zijn je kinderen wel lang genoeg alleen geweest!”- dan kon ik gaan. Zo kabbelde het een aantal jaren voort.”
Tot meneer Van Egmond komt te overlijden. Mevrouw had weinig familie en zij noch haar broer en zussen hadden kinderen. “Ze waren helemaal op elkaar aangewezen en hadden verder met niet zoveel mensen contact. Toch was ik verbaasd toen ze op een avond opbelde en zei: “Mijn man is overleden, kun je komen?” In de jaren daarna werd ons contact veel intensiever. Samen met kennissen en buren vormden we een team van vijf mantelzorgers, waarvan ik de “coördinator” werd. Er moesten immers boodschappen worden gedaan, ziekenhuisbezoekjes, klusjes rondom huis. Het zorgen werd steeds meer; de laatste jaren van haar leven kwam ik er bijna dagelijks.”
Mevrouw van Egmond was een bekende verschijning voor veel Rijnsburgers. Janneke: “Ze hield van mooie dingen. Goede manieren, welbespraaktheid en mooie kleren. Sommige mensen noemden haar ‘mooie Miep’, omdat ze er altijd uitzag om door een ringetje te halen. Zeker als ze naar de kerk ging, was ze ‘pakkie deftig’. Haar zolder stond vol met rekken kleding, we vonden na haar overlijden heel veel kledingstukken, allemaal zelf gemaakt en keurig gesorteerd.” En niet alleen de kleding was netjes. “Ook de straat zag ze graag netjes. Tot op hoge leeftijd ruimde ze zwerfvuil op, daar is ze nog door de gemeente voor onderscheiden.”
De gezondheid van mevrouw van Egmond gaat steeds verder achteruit. Van zwerfvuil opruimen is geen sprake meer. Janneke: “Fijn was dat ze met uitvaartleider Jantine van De Laatste Eer kort voor haar overlijden al haar wensen heeft kunnen bespreken. Dat was voor ons als mantelzorgers heel fijn en zo kon alles precies naar mevrouw Van Egmond haar wensen worden geregeld. Zo werden er dragers ingezet die bij de uitvaart de kist op de schouder namen. Dat vonden we heel indrukwekkend.”
Tot aan haar dood in november ’23 ondersteunt Janneke met het team mantelzorgers mevrouw Van Egmond. Een enorme tijdsinvestering, toch wel uitzonderlijk voor iemand die geen familie van je is. “Ik voelde me heel verantwoordelijk en het was zeker een offer. Maar we hadden het ook niet willen missen. Mevrouw van Egmond was ontzettend dankbaar en sprak dat ook heel regelmatig uit. Ze kocht elke week een pakje frou-frou voor mijn man omdat ik eens gezegd had dat hij die koekjes lekker vond. Zo gaf ze daar vorm aan. We hebben laatst het laatste pakje opgegeten.”
Alle kinderen die op de Beatrixschool zaten, kenden haar. Zeker als je in plan De Hoek woonde, kwam je op weg naar huis onvermijdelijk langs haar winkeltje. Op de hoek van de De Ruyterstraat en de Kanaalstraat was daar de kleine kruidenierszaak van Van Egmond. Ook Janneke Huiberts kwam hier als kind regelmatig: “Dan ging ik met mijn buurmeisje mee het hondje uitlaten en kregen we daarna een lekker snoepje; ik woonde er recht tegenover.”
Janneke vertelt: “Mevrouw van Egmond was een geboren en getogen Katwijkse. Haar vader had een binnenvaartschip. Als ze haar man ontmoet beginnen ze eerst een soort van franchise kruidenierszaak in Katwijk aan de Rijn, tot ze de kans krijgen het winkeltje in de Kanaalstraat over te nemen. Helemaal eigen baas. Je kon daar 24/7 terecht. Mensen die ’s avonds geen suiker meer hadden om in hun koffie te doen, waren altijd welkom om nog even langs te gaan. Mevrouw kende alle prijzen uit haar hoofd, ze was tot het laatst heel kien.” Uiteindelijk verkopen ze de winkel als ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.
Rond die tijd raakt Janneke weer betrokken in het leven van mevrouw Van Egmond: “Ik werkte toen al bij de Rabobank. Mevrouw sprak me op straat aan of ik wilde helpen met wat financiële zaken, toen dat voor haar man lastig werd. Aanvankelijk was het contact heel oppervlakkig: als ik tien minuten had geholpen met iets invullen kon ze gerust zeggen: “Zo, nu zijn je kinderen wel lang genoeg alleen geweest!”- dan kon ik gaan. Zo kabbelde het een aantal jaren voort.”
Tot meneer Van Egmond komt te overlijden. Mevrouw had weinig familie en zij noch haar broer en zussen hadden kinderen. “Ze waren helemaal op elkaar aangewezen en hadden verder met niet zoveel mensen contact. Toch was ik verbaasd toen ze op een avond opbelde en zei: “Mijn man is overleden, kun je komen?” In de jaren daarna werd ons contact veel intensiever. Samen met kennissen en buren vormden we een team van vijf mantelzorgers, waarvan ik de “coördinator” werd. Er moesten immers boodschappen worden gedaan, ziekenhuisbezoekjes, klusjes rondom huis. Het zorgen werd steeds meer; de laatste jaren van haar leven kwam ik er bijna dagelijks.”
Mevrouw van Egmond was een bekende verschijning voor veel Rijnsburgers. Janneke: “Ze hield van mooie dingen. Goede manieren, welbespraaktheid en mooie kleren. Sommige mensen noemden haar ‘mooie Miep’, omdat ze er altijd uitzag om door een ringetje te halen. Zeker als ze naar de kerk ging, was ze ‘pakkie deftig’. Haar zolder stond vol met rekken kleding, we vonden na haar overlijden heel veel kledingstukken, allemaal zelf gemaakt en keurig gesorteerd.” En niet alleen de kleding was netjes. “Ook de straat zag ze graag netjes. Tot op hoge leeftijd ruimde ze zwerfvuil op, daar is ze nog door de gemeente voor onderscheiden.”
De gezondheid van mevrouw van Egmond gaat steeds verder achteruit. Van zwerfvuil opruimen is geen sprake meer. Janneke: “Fijn was dat ze met uitvaartleider Jantine van De Laatste Eer kort voor haar overlijden al haar wensen heeft kunnen bespreken. Dat was voor ons als mantelzorgers heel fijn en zo kon alles precies naar mevrouw Van Egmond haar wensen worden geregeld. Zo werden er dragers ingezet die bij de uitvaart de kist op de schouder namen. Dat vonden we heel indrukwekkend.”
Tot aan haar dood in november ’23 ondersteunt Janneke met het team mantelzorgers mevrouw Van Egmond. Een enorme tijdsinvestering, toch wel uitzonderlijk voor iemand die geen familie van je is. “Ik voelde me heel verantwoordelijk en het was zeker een offer. Maar we hadden het ook niet willen missen. Mevrouw van Egmond was ontzettend dankbaar en sprak dat ook heel regelmatig uit. Ze kocht elke week een pakje frou-frou voor mijn man omdat ik eens gezegd had dat hij die koekjes lekker vond. Zo gaf ze daar vorm aan. We hebben laatst het laatste pakje opgegeten.”